A2 melk, ook wel bekend als “oermelk,” is een soort koeienmelk die voornamelijk het A2 beta-caseïne-eiwit bevat, in tegenstelling tot gewone melk die zowel A1 als A2 beta-caseïne-eiwitten heeft. A1 en A2 zijn verschillende soorten eiwitten in melk. Mensen zeggen dat A2 melk beter kan zijn voor de spijsvertering en kan helpen bij het verminderen van problemen zoals een opgeblazen gevoel, vooral als je moeite hebt met het verteren van lactose. Het is belangrijk om te weten dat de term “oermelk” soms wordt gebruikt om naar A2 melk te verwijzen vanwege de veronderstelling dat het meer overeenkomt met melk zoals die vroeger werd geproduceerd.
A2 melk wordt als gezonder beschouwd dan reguliere melk vanwege de aard van het eiwit dat het bevat. In A2 melk is het belangrijkste eiwit, bekend als A2 beta-caseïne, gemakkelijker verteerbaar voor sommige mensen. Dit kan leiden tot minder spijsverteringsproblemen en ongemakken zoals een opgeblazen gevoel. Bovendien wordt beweerd dat A2 melk een betere keuze is voor mensen met lactose-intolerantie omdat het van nature minder lactose bevat dan gewone melk.
Over het algemeen wordt gezegd dat de smaak van A2 melk vergelijkbaar is met die van gewone melk. Het belangrijkste verschil ligt in de samenstelling van de eiwitten, niet in de smaak. Sommige mensen beweren echter dat A2 melk een zachtere smaak heeft en minder kans geeft op een bittere nasmaak, die soms wordt geassocieerd met A1 melk. De smaakperceptie kan echter subjectief zijn en kan van persoon tot persoon variëren. Het is het beste om het zelf te proberen en te beoordelen of je het verschil in smaak waarneemt.
We hebben onze jersey melk nog niet laten testen hierop, maar Jersey koeien hebben van nature een hoog A2 gehalte. Ook fokken we de koeien al sinds 2016 A2a2, dus naar verwachting heeft onze rauwe melk een enorm hoog percentage!
A2 melk wordt vaak beschouwd als gezonder vanwege het ontbreken van het A1-beta-caseïne-eiwit, dat sommige mensen moeilijker verteren en in verband is gebracht met bepaalde gezondheidsproblemen. A2 melk wordt verondersteld gemakkelijker te verteren te zijn en kan geschikter zijn voor mensen met lactose-intolerantie of gevoeligheid voor zuivelproducten, hoewel meer onderzoek nodig is om deze beweringen te bevestigen.
A1 en A2 melk verschillen in de genetische varianten van het bèta-caseïne-eiwit dat ze bevatten. A1 melk bevat A1 bèta-caseïne en kan bij sommige mensen spijsverteringsproblemen veroorzaken. Dit komt door de productie van een peptide genaamd beta-casomorfine-7 (BCM-7) tijdens de vertering, wat mogelijk gastro-intestinale ongemakken veroorzaakt. A2 melk bevat A2 bèta-caseïne en wordt vaak beschouwd als een alternatief voor mensen met spijsverteringsproblemen bij A1 melk. A2 bèta-caseïne produceert geen BCM-7 tijdens de vertering, waardoor het mogelijk beter verteerbaar is voor sommigen. De gezondheidseffecten van A1 versus A2 melk zijn echter nog steeds onderwerp van onderzoek en debat. Niet iedereen ervaart problemen met A1 melk, en individuele tolerantie kan variëren. Het is raadzaam om te experimenteren en te overleggen met een gezondheidsdeskundige als je spijsverteringsproblemen hebt bij de consumptie van melk.